Prikkelverwerking, begaafdheid en hooggevoeligheid (Theorie van Dabrowski)

Dit artikel gaat over prikkelverwerking. Prikkels kunnen van buitenaf via onze zintuigen binnen komen maar ook van binnenuit komen door fantasie, emotie of denken. De gevoeligheid waarmee prikkels worden opgepikt en hoe intens deze vervolgens worden verwerkt blijkt namelijk per persoon te verschillen. Het artikel is geschreven vanuit de invalshoek hoogbegaafdheid omdat de kennis en inzichten waar het over gaat zijn verworven vanuit ervaringen met kinderen en volwassenen met het label hoogbegaafdheid. Het werpt echter niet alleen een veel breder licht op de eigenschap hoogbegaafdheid maar ook op hoogsensitiviteit en zal door een grotere groep mensen worden herkend en waardevol kunnen zijn dan die nu het label hoogbegaafdheid hebben.


Hoewel er langzaam andere stemmen te horen zijn als je er naar zoekt is het stereotype beeld van een hoogbegaafde nog steeds dat van de nerd. Echter, mensen die met hoogbegaafdheid te maken krijgen ervaren al gauw dat dit beeld niet of maar deels overeenkomt met de werkelijkheid. Hoogbegaafdheid is net als andere labels zelden een label waar een kind (van alle leeftijden overigens) om heeft gevraagd. Net zomin als om vervolgens alle bij het label horende vooroordelen opgeplakt te krijgen. Dat het reguliere onderwijs vaak onvoldoende mogelijkheden kan bieden om talent van hoogbegaafde kinderen tot ontwikkeling te brengen begint gelukkig langzaam door te dringen. Dat een groot deel van de hoogbegaafden ongelukkig is in het onderwijs of op latere leeftijd uitvalt op school of werk is veel minder bekend. De oorzaken hiervan zijn divers maar kunnen alleen worden begrepen en voorkomen als niet alleen naar een IQ-score wordt gekeken maar naar de mens daarachter. Zeker de laatste jaren wordt steeds meer bekend over wat hoogbegaafdheid nu eigenlijk inhoudt.

Een bepalend kenmerk dat hoogbegaafden gemeen hebben en voor het eerst door Dabrowski is onderzocht en beschreven is de intensere prikkelverwerking. Zijn theorie is door een groeiende groep professionals op gebied van begaafdheid herkend, toegepast en uitgebreid (zie bij bronnen: Daniels & Piechowski, 2009), de laatste tijd lijkt hier ook in Nederland meer bekendheid voor te komen. De kern van Dabrowski’s theorie is dat begaafde mensen prikkels op een dieper niveau verwerken en daarbij meer en sneller verbanden leggen. Deze prikkels zijn de voeding voor hun intelligentie en creativiteit. Dabrowski onderscheidt daarbij dat het gaat om prikkels van verschillende oorsprong, hij noemt deze “overexcitabilities”. Deze overexcitabilities lijken een overlap te hebben met hooggevoeligheid (HSP). Overall maken deze dat begaafde mensen intens zijn, hoe zich dat uit is afhankelijk van de aard van de overexcitabilities. De gebieden zijn;

  • emotioneel (diep en complex innerlijk gevoelsleven, compassie, empathie, verantwoordelijkheid, zelfreflectie)
  • verbeeldingskracht/beeldend (fantasievol, rijke associatie, inventief, gebruik van beelden en metaforen)
  • intellectueel (nieuwsgierig, nauwkeurig observerend, dorst naar kennis, bevragend, zoeken naar waarheid)
  • zintuiglijk (levendige en verfijnde zintuiglijke ervaring)
  • psychomotorisch (groot vermogen om actief en energiek te zijn, beweeglijk, gedreven, actiegericht)

Niet elk kind zal al deze 5 overexcitabilities hebben maar bij hoogbegaafden zijn wel altijd minstens de eerste 3 aanwezig. Een overexcitability is aangeboren, je reageert dan op prikkels die veel mensen niet of nauwelijks opmerken en reageert daarbij ook sterker dan gemiddeld. Zoals met zoveel eigenschappen kan dit zowel een kracht zijn als iets waar je last van kan hebben, zeker als het door de omgeving niet wordt herkend of verkeerd wordt begrepen.

De kracht is dat het de basis kan vormen voor uitzonderlijk talent en creativiteit op divers gebied van wetenschap tot kunst. Als een hoogbegaafd kind niet voldoende prikkels binnenkrijgt zal het deze op gaan zoeken (onderzoekend) of deze zelf op gaan wekken. Dat kan er van buiten dan uitzien als een kind dat alles aan wil raken, constant vragen blijft stellen, afgeleid is, dagdroomt, veel beweegt, gaat lopen klieren, etc.. Met name op school kan dit gedrag als storend worden ervaren en ook een signaal zijn van het kind dat er een mismatch is. Simpel afleren van het gedrag zal dan een averechts effect hebben als de achterliggende behoefte (beweging, uitdaging, etc.) niet wordt meegenomen. Daartegenover kan vanwege de intense prikkelverwerking door bepaalde prikkels juist ook overprikkeling ontstaan. Overprikkeling kan leiden tot verwarring, stress, terugtrekken of juist irritatie/agressie. Ook daarom is het belangrijk om de gevoeligheid als factor mee te nemen om het gedrag te begrijpen en te zien wat het kind nodig heeft. Er is een overlap met hoogsensitiviteit (HSP) waarbij kenmerken is bij hoogbegaafden dat de prikkels ook van binnenuit kunnen komen (door fantasie of denken). Vanuit hoogsensitiviteit is onderzoek gedaan wat wijst op verhoogd ontwikkelingspotentieel, ook vanuit die kant wordt dus overlap met begaafdheid gesignaleerd.

De hoge intelligentie wordt dus gevoed door de gevoeligheid en kan op divers gebied tot uiting komen, niet alleen het cognitieve, afhankelijk van de combinatie van overexcitabilities. Door gedrag van kinderen (ook) te kunnen zien vanuit deze gevoeligheid kan het beter worden begrepen, gezien wat de oorzaak is en hoe het kind hierbij geholpen kan worden, zowel vanuit de omgeving als vanuit het kind.

Mijn voorspelling is, en wellicht is daar al meer over bekend, dat vanuit deze invalshoek meer kinderen veel beter kunnen worden begrepen en erkend en er meer labels in een ander licht zullen worden gezien en hopelijk overbodig worden. Dan kunnen we kinderen weer gaan zien en waarderen om wie ze zijn èn van ze gaan leren. De oude maatschappij heeft alles ingedeeld in vakjes, regels en procedures maar wat als een kind daar niet in past? Dan komt er vaak een label. Mensen zijn wezens met heel veel facetten die allemaal met elkaar samenhangen. De nieuwe samenleving vraagt om nieuwe inzichten, vraagt om dingen in verband met het geheel te kunnen zien, over grenzen heen te kijken. Laat dat nou net zijn waar deze gevoelige kinderen wel in passen. In plaats van oordelen, meten en aanpassen aan de norm kunnen we elkaar dan weer als heel mens zien, samen vallen en opstaan, samen lachen, samen verwonderen, samen leven, leren en creëren.